Tabel met technische gegevens voor EWAD-D-XS

EWAD250D-XS EWAD280D-XS EWAD300D-XS EWAD330D-XS EWAD350D-XS EWAD380D-XS EWAD400D-XS EWAD470D-XS EWAD520D-XS EWAD580D-XS EWAD620D-XS
Geluidsdrukniveau Koelen Nom. dBA 78 (2) 78 (2) 78 (2) 78 (2) 78 (2) 79 (2) 79 (2) 79 (2) 79 (2) 79 (2) 79 (2)
Koelmiddelvolume Per circuit kg 29.0 33.0 35.0 38.0 35.0 35.0 39.0 42.0 45.0 45.0 50.0
  Refrigerant charge-=-Per circuit-=-TCO2Eq TCO2Eq 41.5 47.2 50.1 54.3 50.1 50.1 55.8 60.1 64.4 64.4 71.5
Compressor Type   Monoschroefcompressor Monoschroefcompressor Monoschroefcompressor Monoschroefcompressor Monoschroefcompressor Monoschroefcompressor Monoschroefcompressor Monoschroefcompressor Asymetrische monoschroefcompressor Asymetrische monoschroefcompressor Asymetrische monoschroefcompressor
  Hoeveelheid_   2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2
Luchtwarmtewisselaar Type   Uiterst efficiënte lamel en buistype met integrale nakoeler Uiterst efficiënte lamel en buistype met integrale nakoeler Uiterst efficiënte lamel en buistype met integrale nakoeler Uiterst efficiënte lamel en buistype met integrale nakoeler Uiterst efficiënte lamel en buistype met integrale nakoeler Uiterst efficiënte lamel en buistype met integrale nakoeler Uiterst efficiënte lamel en buistype met integrale nakoeler Uiterst efficiënte lamel en buistype met integrale nakoeler Uiterst efficiënte lamel en buistype met integrale nakoeler Uiterst efficiënte lamel en buistype met integrale nakoeler Uiterst efficiënte lamel en buistype met integrale nakoeler
Gewicht Bedrijfsgewicht kg 3,000 3,400 3,400 3,400 3,400 3,400 3,400 3,780 4,940 4,940 4,940
  Unit kg 2,905 3,285 3,285 3,235 3,240 3,240 3,240 3,510 4,670 4,685 4,685
EER 3.07 (1) 3.11 (1) 3.15 (1) 3.10 (1) 3.06 (1) 3.08 (1) 3.10 (1) 3.07 (1) 3.09 (1) 3.12 (1) 3.16 (1)
ESEER 3.45 3.49 3.51 3.73 3.56 3.47 3.48 3.72 3.88 3.89 3.75
Koelmiddel GWP   1,430 1,430 1,430 1,430 1,430 1,430 1,430 1,430 1,430 1,430 1,430
  Type   R-134a R-134a R-134a R-134a R-134a R-134a R-134a R-134a R-134a R-134a R-134a
  Circuits Hoeveelheid   2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2
Koelcapaciteit Nom. kW 246 (1) 274 (1) 300 (1) 326 (1) 350 (1) 374 (1) 399 (1) 467 (1) 522 (1) 573 (1) 620 (1)
Waterwarmtewisselaar Watervolume l 95 115 115 165 160 160 160 270 270 255 255
  Type   Shell & tube met enkele doorgang Shell & tube met enkele doorgang Shell & tube met enkele doorgang Shell & tube met enkele doorgang Shell & tube met enkele doorgang Shell & tube met enkele doorgang Shell & tube met enkele doorgang Shell & tube met enkele doorgang Shell & tube met enkele doorgang Shell & tube met enkele doorgang Shell & tube met enkele doorgang
Opgenomen vermogen Koelen Nom. kW 80.1 (1) 88.2 (1) 95.4 (1) 105 (1) 114 (1) 121 (1) 129 (1) 152 (1) 169 (1) 183 (1) 196 (1)
Geluidsvermogenniveau Koelen Nom. dBA 97 97 97 97 97 99 99 99 99 99 99
Afmetingen Unit Breedte mm 2,234 2,234 2,234 2,234 2,234 2,234 2,234 2,234 2,234 2,234 2,234
    Diepte mm 3,138 4,040 4,040 4,040 4,040 4,040 4,040 4,040 4,940 4,940 4,940
    Hoogte mm 2,355 2,355 2,355 2,355 2,355 2,355 2,355 2,223 2,223 2,223 2,223
Capaciteitsregeling Minimum koelcapaciteit % 12.5 12.5 12.5 12.5 12.5 12.5 12.5 12.5 12.5 12.5 12.5
  Methode   Traploos Traploos Traploos Traploos Traploos Traploos Traploos Traploos Traploos Traploos Traploos
Ventilator Luchtdebiet Nom. l/s 22,302 30,591 29,736 29,736 29,736 43,001 42,306 43,696 54,620 54,620 54,620
  Snelheid tpm 900 900 900 900 900 890 890 890 890 890 890
Compressor Startmethode_   Ster - driehoek Ster - driehoek Ster - driehoek Ster - driehoek Ster - driehoek Ster - driehoek Ster - driehoek Ster - driehoek Ster - driehoek Ster - driehoek Ster - driehoek
Power supply Phase   3~ 3~ 3~ 3~ 3~ 3~ 3~ 3~ 3~ 3~ 3~
  Frequentie Hz 50 50 50 50 50 50 50 50 50 50 50
  Spanning V 400 400 400 400 400 400 400 400 400 400 400
Opmerkingen (1) - Koelen: ingaand water van de verdamper 12°C, uitgaand water van de verdamper 7°C; omgevingstemperatuur 35°C; vollastbelasting. (1) - Koelen: ingaand water van de verdamper 12°C, uitgaand water van de verdamper 7°C; omgevingstemperatuur 35°C; vollastbelasting. (1) - Koelen: ingaand water van de verdamper 12°C, uitgaand water van de verdamper 7°C; omgevingstemperatuur 35°C; vollastbelasting. (1) - Koelen: ingaand water van de verdamper 12°C, uitgaand water van de verdamper 7°C; omgevingstemperatuur 35°C; vollastbelasting. (1) - Koelen: ingaand water van de verdamper 12°C, uitgaand water van de verdamper 7°C; omgevingstemperatuur 35°C; vollastbelasting. (1) - Koelen: ingaand water van de verdamper 12°C, uitgaand water van de verdamper 7°C; omgevingstemperatuur 35°C; vollastbelasting. (1) - Koelen: ingaand water van de verdamper 12°C, uitgaand water van de verdamper 7°C; omgevingstemperatuur 35°C; vollastbelasting. (1) - Koelen: ingaand water van de verdamper 12°C, uitgaand water van de verdamper 7°C; omgevingstemperatuur 35°C; vollastbelasting. (1) - Koelen: ingaand water van de verdamper 12°C, uitgaand water van de verdamper 7°C; omgevingstemperatuur 35°C; vollastbelasting. (1) - Koelen: ingaand water van de verdamper 12°C, uitgaand water van de verdamper 7°C; omgevingstemperatuur 35°C; vollastbelasting. (1) - Koelen: ingaand water van de verdamper 12°C, uitgaand water van de verdamper 7°C; omgevingstemperatuur 35°C; vollastbelasting.
  (2) - De geluidsdrukniveau's worden gemeten bij ingaand watertemperatuur van de verdamper 12℃, uitgaand water van de verdamper 7 ℃; omgevingstemperatuur 35 °C; vollastbelasting ; Standaard: ISO3744 (2) - De geluidsdrukniveau's worden gemeten bij ingaand watertemperatuur van de verdamper 12℃, uitgaand water van de verdamper 7 ℃; omgevingstemperatuur 35 °C; vollastbelasting ; Standaard: ISO3744 (2) - De geluidsdrukniveau's worden gemeten bij ingaand watertemperatuur van de verdamper 12℃, uitgaand water van de verdamper 7 ℃; omgevingstemperatuur 35 °C; vollastbelasting ; Standaard: ISO3744 (2) - De geluidsdrukniveau's worden gemeten bij ingaand watertemperatuur van de verdamper 12℃, uitgaand water van de verdamper 7 ℃; omgevingstemperatuur 35 °C; vollastbelasting ; Standaard: ISO3744 (2) - De geluidsdrukniveau's worden gemeten bij ingaand watertemperatuur van de verdamper 12℃, uitgaand water van de verdamper 7 ℃; omgevingstemperatuur 35 °C; vollastbelasting ; Standaard: ISO3744 (2) - De geluidsdrukniveau's worden gemeten bij ingaand watertemperatuur van de verdamper 12℃, uitgaand water van de verdamper 7 ℃; omgevingstemperatuur 35 °C; vollastbelasting ; Standaard: ISO3744 (2) - De geluidsdrukniveau's worden gemeten bij ingaand watertemperatuur van de verdamper 12℃, uitgaand water van de verdamper 7 ℃; omgevingstemperatuur 35 °C; vollastbelasting ; Standaard: ISO3744 (2) - De geluidsdrukniveau's worden gemeten bij ingaand watertemperatuur van de verdamper 12℃, uitgaand water van de verdamper 7 ℃; omgevingstemperatuur 35 °C; vollastbelasting ; Standaard: ISO3744 (2) - De geluidsdrukniveau's worden gemeten bij ingaand watertemperatuur van de verdamper 12℃, uitgaand water van de verdamper 7 ℃; omgevingstemperatuur 35 °C; vollastbelasting ; Standaard: ISO3744 (2) - De geluidsdrukniveau's worden gemeten bij ingaand watertemperatuur van de verdamper 12℃, uitgaand water van de verdamper 7 ℃; omgevingstemperatuur 35 °C; vollastbelasting ; Standaard: ISO3744 (2) - De geluidsdrukniveau's worden gemeten bij ingaand watertemperatuur van de verdamper 12℃, uitgaand water van de verdamper 7 ℃; omgevingstemperatuur 35 °C; vollastbelasting ; Standaard: ISO3744
  (3) - Toegelaten spanningstolerantie: ± 10%. Een spanningsonevenwicht tussen de fazen moet binnen de grenzen van ± 3% liggen. (3) - Toegelaten spanningstolerantie: ± 10%. Een spanningsonevenwicht tussen de fazen moet binnen de grenzen van ± 3% liggen. (3) - Toegelaten spanningstolerantie: ± 10%. Een spanningsonevenwicht tussen de fazen moet binnen de grenzen van ± 3% liggen. (3) - Toegelaten spanningstolerantie: ± 10%. Een spanningsonevenwicht tussen de fazen moet binnen de grenzen van ± 3% liggen. (3) - Toegelaten spanningstolerantie: ± 10%. Een spanningsonevenwicht tussen de fazen moet binnen de grenzen van ± 3% liggen. (3) - Toegelaten spanningstolerantie: ± 10%. Een spanningsonevenwicht tussen de fazen moet binnen de grenzen van ± 3% liggen. (3) - Toegelaten spanningstolerantie: ± 10%. Een spanningsonevenwicht tussen de fazen moet binnen de grenzen van ± 3% liggen. (3) - Toegelaten spanningstolerantie: ± 10%. Een spanningsonevenwicht tussen de fazen moet binnen de grenzen van ± 3% liggen. (3) - Toegelaten spanningstolerantie: ± 10%. Een spanningsonevenwicht tussen de fazen moet binnen de grenzen van ± 3% liggen. (3) - Toegelaten spanningstolerantie: ± 10%. Een spanningsonevenwicht tussen de fazen moet binnen de grenzen van ± 3% liggen. (3) - Toegelaten spanningstolerantie: ± 10%. Een spanningsonevenwicht tussen de fazen moet binnen de grenzen van ± 3% liggen.
  (4) - Maximale aanloopstroom: de startstroom van de grootste compressor + 75 % van de maximum stroom van de andere compressor + de stroom door de ventilatoren voor de kring aan 75% (4) - Maximale aanloopstroom: de startstroom van de grootste compressor + 75 % van de maximum stroom van de andere compressor + de stroom door de ventilatoren voor de kring aan 75% (4) - Maximale aanloopstroom: de startstroom van de grootste compressor + 75 % van de maximum stroom van de andere compressor + de stroom door de ventilatoren voor de kring aan 75% (4) - Maximale aanloopstroom: de startstroom van de grootste compressor + 75 % van de maximum stroom van de andere compressor + de stroom door de ventilatoren voor de kring aan 75% (4) - Maximale aanloopstroom: de startstroom van de grootste compressor + 75 % van de maximum stroom van de andere compressor + de stroom door de ventilatoren voor de kring aan 75% (4) - Maximale aanloopstroom: de startstroom van de grootste compressor + 75 % van de maximum stroom van de andere compressor + de stroom door de ventilatoren voor de kring aan 75% (4) - Maximale aanloopstroom: de startstroom van de grootste compressor + 75 % van de maximum stroom van de andere compressor + de stroom door de ventilatoren voor de kring aan 75% (4) - Maximale aanloopstroom: de startstroom van de grootste compressor + 75 % van de maximum stroom van de andere compressor + de stroom door de ventilatoren voor de kring aan 75% (4) - Maximale aanloopstroom: de startstroom van de grootste compressor + 75 % van de maximum stroom van de andere compressor + de stroom door de ventilatoren voor de kring aan 75% (4) - Maximale aanloopstroom: de startstroom van de grootste compressor + 75 % van de maximum stroom van de andere compressor + de stroom door de ventilatoren voor de kring aan 75% (4) - Maximale aanloopstroom: de startstroom van de grootste compressor + 75 % van de maximum stroom van de andere compressor + de stroom door de ventilatoren voor de kring aan 75%
  (5) - Nominale stroom in de koelmodus: waterintredetemp. verdamper 12°C; wateruittredetemp. verdamper 7°C; omgevingsluchttemp. 35°C. Stroom door compressor + ventilatoren. (5) - Nominale stroom in de koelmodus: waterintredetemp. verdamper 12°C; wateruittredetemp. verdamper 7°C; omgevingsluchttemp. 35°C. Stroom door compressor + ventilatoren. (5) - Nominale stroom in de koelmodus: waterintredetemp. verdamper 12°C; wateruittredetemp. verdamper 7°C; omgevingsluchttemp. 35°C. Stroom door compressor + ventilatoren. (5) - Nominale stroom in de koelmodus: waterintredetemp. verdamper 12°C; wateruittredetemp. verdamper 7°C; omgevingsluchttemp. 35°C. Stroom door compressor + ventilatoren. (5) - Nominale stroom in de koelmodus: waterintredetemp. verdamper 12°C; wateruittredetemp. verdamper 7°C; omgevingsluchttemp. 35°C. Stroom door compressor + ventilatoren. (5) - Nominale stroom in de koelmodus: waterintredetemp. verdamper 12°C; wateruittredetemp. verdamper 7°C; omgevingsluchttemp. 35°C. Stroom door compressor + ventilatoren. (5) - Nominale stroom in de koelmodus: waterintredetemp. verdamper 12°C; wateruittredetemp. verdamper 7°C; omgevingsluchttemp. 35°C. Stroom door compressor + ventilatoren. (5) - Nominale stroom in de koelmodus: waterintredetemp. verdamper 12°C; wateruittredetemp. verdamper 7°C; omgevingsluchttemp. 35°C. Stroom door compressor + ventilatoren. (5) - Nominale stroom in de koelmodus: waterintredetemp. verdamper 12°C; wateruittredetemp. verdamper 7°C; omgevingsluchttemp. 35°C. Stroom door compressor + ventilatoren. (5) - Nominale stroom in de koelmodus: waterintredetemp. verdamper 12°C; wateruittredetemp. verdamper 7°C; omgevingsluchttemp. 35°C. Stroom door compressor + ventilatoren. (5) - Nominale stroom in de koelmodus: waterintredetemp. verdamper 12°C; wateruittredetemp. verdamper 7°C; omgevingsluchttemp. 35°C. Stroom door compressor + ventilatoren.
  (6) - Maximum stroomverbruik is gebaseerd op max opgenomen stroom van compressor in zijn omhulsel en max opgenomen stroom van ventilatoren (6) - Maximum stroomverbruik is gebaseerd op max opgenomen stroom van compressor in zijn omhulsel en max opgenomen stroom van ventilatoren (6) - Maximum stroomverbruik is gebaseerd op max opgenomen stroom van compressor in zijn omhulsel en max opgenomen stroom van ventilatoren (6) - Maximum stroomverbruik is gebaseerd op max opgenomen stroom van compressor in zijn omhulsel en max opgenomen stroom van ventilatoren (6) - Maximum stroomverbruik is gebaseerd op max opgenomen stroom van compressor in zijn omhulsel en max opgenomen stroom van ventilatoren (6) - Maximum stroomverbruik is gebaseerd op max opgenomen stroom van compressor in zijn omhulsel en max opgenomen stroom van ventilatoren (6) - Maximum stroomverbruik is gebaseerd op max opgenomen stroom van compressor in zijn omhulsel en max opgenomen stroom van ventilatoren (6) - Maximum stroomverbruik is gebaseerd op max opgenomen stroom van compressor in zijn omhulsel en max opgenomen stroom van ventilatoren (6) - Maximum stroomverbruik is gebaseerd op max opgenomen stroom van compressor in zijn omhulsel en max opgenomen stroom van ventilatoren (6) - Maximum stroomverbruik is gebaseerd op max opgenomen stroom van compressor in zijn omhulsel en max opgenomen stroom van ventilatoren (6) - Maximum stroomverbruik is gebaseerd op max opgenomen stroom van compressor in zijn omhulsel en max opgenomen stroom van ventilatoren
  (7) - Max. unitstroom voor de maat van de bedradingen is gebaseerd op min. toegelaten spanning. (7) - Max. unitstroom voor de maat van de bedradingen is gebaseerd op min. toegelaten spanning. (7) - Max. unitstroom voor de maat van de bedradingen is gebaseerd op min. toegelaten spanning. (7) - Max. unitstroom voor de maat van de bedradingen is gebaseerd op min. toegelaten spanning. (7) - Max. unitstroom voor de maat van de bedradingen is gebaseerd op min. toegelaten spanning. (7) - Max. unitstroom voor de maat van de bedradingen is gebaseerd op min. toegelaten spanning. (7) - Max. unitstroom voor de maat van de bedradingen is gebaseerd op min. toegelaten spanning. (7) - Max. unitstroom voor de maat van de bedradingen is gebaseerd op min. toegelaten spanning. (7) - Max. unitstroom voor de maat van de bedradingen is gebaseerd op min. toegelaten spanning. (7) - Max. unitstroom voor de maat van de bedradingen is gebaseerd op min. toegelaten spanning. (7) - Max. unitstroom voor de maat van de bedradingen is gebaseerd op min. toegelaten spanning.
  (8) - Max. stroom voor de maat van de bedradingen: (ampèrage bij volle belasting van de compressor + stroom door de ventilatoren) x 1,1 (8) - Max. stroom voor de maat van de bedradingen: (ampèrage bij volle belasting van de compressor + stroom door de ventilatoren) x 1,1 (8) - Max. stroom voor de maat van de bedradingen: (ampèrage bij volle belasting van de compressor + stroom door de ventilatoren) x 1,1 (8) - Max. stroom voor de maat van de bedradingen: (ampèrage bij volle belasting van de compressor + stroom door de ventilatoren) x 1,1 (8) - Max. stroom voor de maat van de bedradingen: (ampèrage bij volle belasting van de compressor + stroom door de ventilatoren) x 1,1 (8) - Max. stroom voor de maat van de bedradingen: (ampèrage bij volle belasting van de compressor + stroom door de ventilatoren) x 1,1 (8) - Max. stroom voor de maat van de bedradingen: (ampèrage bij volle belasting van de compressor + stroom door de ventilatoren) x 1,1 (8) - Max. stroom voor de maat van de bedradingen: (ampèrage bij volle belasting van de compressor + stroom door de ventilatoren) x 1,1 (8) - Max. stroom voor de maat van de bedradingen: (ampèrage bij volle belasting van de compressor + stroom door de ventilatoren) x 1,1 (8) - Max. stroom voor de maat van de bedradingen: (ampèrage bij volle belasting van de compressor + stroom door de ventilatoren) x 1,1 (8) - Max. stroom voor de maat van de bedradingen: (ampèrage bij volle belasting van de compressor + stroom door de ventilatoren) x 1,1
  (9) - Vloeistof: Water (9) - Vloeistof: Water (9) - Vloeistof: Water (9) - Vloeistof: Water (9) - Vloeistof: Water (9) - Vloeistof: Water (9) - Vloeistof: Water (9) - Vloeistof: Water (9) - Vloeistof: Water (9) - Vloeistof: Water (9) - Vloeistof: Water
  (10) - Toestel bevat gefluoreerde broeikasgassen. Het werkelijke volume van het koelmiddel hangt af van de definitieve constructie van de unit, de betreffende gegevens zijn te vinden op de etiketten van de unit. (10) - Toestel bevat gefluoreerde broeikasgassen. Het werkelijke volume van het koelmiddel hangt af van de definitieve constructie van de unit, de betreffende gegevens zijn te vinden op de etiketten van de unit. (10) - Toestel bevat gefluoreerde broeikasgassen. Het werkelijke volume van het koelmiddel hangt af van de definitieve constructie van de unit, de betreffende gegevens zijn te vinden op de etiketten van de unit. (10) - Toestel bevat gefluoreerde broeikasgassen. Het werkelijke volume van het koelmiddel hangt af van de definitieve constructie van de unit, de betreffende gegevens zijn te vinden op de etiketten van de unit. (10) - Toestel bevat gefluoreerde broeikasgassen. Het werkelijke volume van het koelmiddel hangt af van de definitieve constructie van de unit, de betreffende gegevens zijn te vinden op de etiketten van de unit. (10) - Toestel bevat gefluoreerde broeikasgassen. Het werkelijke volume van het koelmiddel hangt af van de definitieve constructie van de unit, de betreffende gegevens zijn te vinden op de etiketten van de unit. (10) - Toestel bevat gefluoreerde broeikasgassen. Het werkelijke volume van het koelmiddel hangt af van de definitieve constructie van de unit, de betreffende gegevens zijn te vinden op de etiketten van de unit. (10) - Toestel bevat gefluoreerde broeikasgassen. Het werkelijke volume van het koelmiddel hangt af van de definitieve constructie van de unit, de betreffende gegevens zijn te vinden op de etiketten van de unit. (10) - Toestel bevat gefluoreerde broeikasgassen. Het werkelijke volume van het koelmiddel hangt af van de definitieve constructie van de unit, de betreffende gegevens zijn te vinden op de etiketten van de unit. (10) - Toestel bevat gefluoreerde broeikasgassen. Het werkelijke volume van het koelmiddel hangt af van de definitieve constructie van de unit, de betreffende gegevens zijn te vinden op de etiketten van de unit. (10) - Toestel bevat gefluoreerde broeikasgassen. Het werkelijke volume van het koelmiddel hangt af van de definitieve constructie van de unit, de betreffende gegevens zijn te vinden op de etiketten van de unit.