| EWWD505VZPSA1 | EWWD715VZPSA1 | EWWD910VZPSA1 | EWWDC12VZPSA2 | EWWDC16VZPSA2 | EWWDC18VZPSA2 | |||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Koelcapaciteit | Nom. | kW | 505 | 718 | 908 | 1,201 | 1,604 | 1,757 | ||
| Capaciteitsregeling | Methode | Variabel | Variabel | Variabel | Variabel | Variabel | Variabel | |||
| Minimum koelcapaciteit | % | 20 | 20 | 20 | 10 | 10 | 10 | |||
| Opgenomen vermogen | Koelen | Nom. | kW | 85.1 | 124 | 153 | 218 | 291 | 326 | |
| EER | 5.93 | 5.77 | 5.91 | 5.49 | 5.5 | 5.39 | ||||
| ESEER | 8.15 | 8.48 | 8.25 | 8.66 | 8.53 | 8.71 | ||||
| Afmetingen | Unit | Diepte | mm | 3,750 | 3,822 | 3,822 | 4,508 | 4,750 | 4,874 | |
| Hoogte | mm | 2,108 | 2,430 | 2,487 | 2,302 | 2,500 | 2,493 | |||
| Breedte | mm | 1,179 | 1,287 | 1,303 | 1,579 | 1,610 | 1,769 | |||
| Gewicht | Unit | kg | 3,247 | 4,082 | 4,346 | 6,310 | 7,530 | 8,250 | ||
| Bedrijfsgewicht | kg | 3,375 | 4,349 | 4,660 | 6,900 | 8,300 | 9,200 | |||
| Waterwarmtewisselaar- verdamper | Type | Shell & tube | Shell & tube | Shell & tube | Shell & tube | Shell & tube | Shell & tube | |||
| Watervolume | l | 96 | 168 | 199 | 320 | 380 | 480 | |||
| Waterwarmtewisselaar- condensor | Type | Shell & tube | Shell & tube | Shell & tube | Shell & tube | Shell & tube | Shell & tube | |||
| Compressor | Type | Invertergestuurde monoschroefcompressor | Invertergestuurde monoschroefcompressor | Invertergestuurde monoschroefcompressor | Invertergestuurde monoschroefcompressor | Invertergestuurde monoschroefcompressor | Invertergestuurde monoschroefcompressor | |||
| Hoeveelheid_ | 1 | 1 | 1 | 2 | 2 | 2 | ||||
| Geluidsvermogenniveau | Koelen | Nom. | dBA | 99 | 105 | 105 | 106 | 107 | 109 | |
| Geluidsdrukniveau | Koelen | Nom. | dBA | 80 | 86 | 86 | 87 | 88 | 89 | |
| Bedrijfsbereik | Verdamper | Koelen | Min. | °CDB | -3 | -3 | -3 | -3 | -3 | -3 |
| Max. | °CDB | 20 | 20 | 20 | 20 | 20 | 20 | |||
| Condensor | Koelen | Min. | °CDB | 16 | 16 | 16 | 16 | 16 | 16 | |
| Max. | °CDB | 65 | 65 | 65 | 65 | 65 | 65 | |||
| Koelmiddel | Type | R-134a | R-134a | R-134a | R-134a | R-134a | R-134a | |||
| Vulling | kg | 100 | 150 | 180 | 290 | 320 | 350 | |||
| Circuits | Hoeveelheid | 1 | 1 | 1 | 2 | 2 | 2 | |||
| GWP | 1,430 | 1,430 | 1,430 | 1,430 | 1,430 | 1,430 | ||||
| Power supply | Fase | 3~ | 3~ | 3~ | 3~ | 3~ | 3~ | |||
| Frequentie | Hz | 50 | 50 | 50 | 50 | 50 | 50 | |||
| Spanning | V | 400 | 400 | 400 | 400 | 400 | 400 | |||
| Opmerkingen | (1) - Het resultaten (koelvermogen, het opgenomen vermogen bij koeling en de prestatiecoëfficiënt) zijn gebaseerd op de volgende omstandigheden: verdamper 12,0/7,0°C; omgevingstemperatuur 30/35°C met unit in vollastbedrijf; bedrijfsvloeistof: water, vervuilingsfactor = 0 | (1) - Het resultaten (koelvermogen, het opgenomen vermogen bij koeling en de prestatiecoëfficiënt) zijn gebaseerd op de volgende omstandigheden: verdamper 12,0/7,0°C; omgevingstemperatuur 30/35°C met unit in vollastbedrijf; bedrijfsvloeistof: water, vervuilingsfactor = 0 | (1) - Het resultaten (koelvermogen, het opgenomen vermogen bij koeling en de prestatiecoëfficiënt) zijn gebaseerd op de volgende omstandigheden: verdamper 12,0/7,0°C; omgevingstemperatuur 30/35°C met unit in vollastbedrijf; bedrijfsvloeistof: water, vervuilingsfactor = 0 | (1) - Het resultaten (koelvermogen, het opgenomen vermogen bij koeling en de prestatiecoëfficiënt) zijn gebaseerd op de volgende omstandigheden: verdamper 12,0/7,0°C; omgevingstemperatuur 30/35°C met unit in vollastbedrijf; bedrijfsvloeistof: water, vervuilingsfactor = 0 | (1) - Het resultaten (koelvermogen, het opgenomen vermogen bij koeling en de prestatiecoëfficiënt) zijn gebaseerd op de volgende omstandigheden: verdamper 12,0/7,0°C; omgevingstemperatuur 30/35°C met unit in vollastbedrijf; bedrijfsvloeistof: water, vervuilingsfactor = 0 | (1) - Het resultaten (koelvermogen, het opgenomen vermogen bij koeling en de prestatiecoëfficiënt) zijn gebaseerd op de volgende omstandigheden: verdamper 12,0/7,0°C; omgevingstemperatuur 30/35°C met unit in vollastbedrijf; bedrijfsvloeistof: water, vervuilingsfactor = 0 | ||||
| (2) - De geluidsniveaus worden gemeten bij een verdamper-waterintredetemp. van 12°C; wateruittredetemp. verdamper 7°C; waterintredetemp. condensor 30°C; wateruittredetemp. condensor 35°C; vollastbedrijf; standaard: ISO3744 | (2) - De geluidsniveaus worden gemeten bij een verdamper-waterintredetemp. van 12°C; wateruittredetemp. verdamper 7°C; waterintredetemp. condensor 30°C; wateruittredetemp. condensor 35°C; vollastbedrijf; standaard: ISO3744 | (2) - De geluidsniveaus worden gemeten bij een verdamper-waterintredetemp. van 12°C; wateruittredetemp. verdamper 7°C; waterintredetemp. condensor 30°C; wateruittredetemp. condensor 35°C; vollastbedrijf; standaard: ISO3744 | (2) - De geluidsniveaus worden gemeten bij een verdamper-waterintredetemp. van 12°C; wateruittredetemp. verdamper 7°C; waterintredetemp. condensor 30°C; wateruittredetemp. condensor 35°C; vollastbedrijf; standaard: ISO3744 | (2) - De geluidsniveaus worden gemeten bij een verdamper-waterintredetemp. van 12°C; wateruittredetemp. verdamper 7°C; waterintredetemp. condensor 30°C; wateruittredetemp. condensor 35°C; vollastbedrijf; standaard: ISO3744 | (2) - De geluidsniveaus worden gemeten bij een verdamper-waterintredetemp. van 12°C; wateruittredetemp. verdamper 7°C; waterintredetemp. condensor 30°C; wateruittredetemp. condensor 35°C; vollastbedrijf; standaard: ISO3744 | |||||
| (3) - Toegelaten spanningstolerantie: ± 10%. Een spanningsonevenwicht tussen de fazen moet binnen de grenzen van ± 3% liggen. | (3) - Toegelaten spanningstolerantie: ± 10%. Een spanningsonevenwicht tussen de fazen moet binnen de grenzen van ± 3% liggen. | (3) - Toegelaten spanningstolerantie: ± 10%. Een spanningsonevenwicht tussen de fazen moet binnen de grenzen van ± 3% liggen. | (3) - Toegelaten spanningstolerantie: ± 10%. Een spanningsonevenwicht tussen de fazen moet binnen de grenzen van ± 3% liggen. | (3) - Toegelaten spanningstolerantie: ± 10%. Een spanningsonevenwicht tussen de fazen moet binnen de grenzen van ± 3% liggen. | (3) - Toegelaten spanningstolerantie: ± 10%. Een spanningsonevenwicht tussen de fazen moet binnen de grenzen van ± 3% liggen. | |||||
| (4) - De vermelde nominale stroom in koelmodus heeft betrekking op de volgende omstandigheden: verdamper 12°C/7°C; condensor 30°C/35°C | (4) - De vermelde nominale stroom in koelmodus heeft betrekking op de volgende omstandigheden: verdamper 12°C/7°C; condensor 30°C/35°C | (4) - De vermelde nominale stroom in koelmodus heeft betrekking op de volgende omstandigheden: verdamper 12°C/7°C; condensor 30°C/35°C | (4) - De vermelde nominale stroom in koelmodus heeft betrekking op de volgende omstandigheden: verdamper 12°C/7°C; condensor 30°C/35°C | (4) - De vermelde nominale stroom in koelmodus heeft betrekking op de volgende omstandigheden: verdamper 12°C/7°C; condensor 30°C/35°C | (4) - De vermelde nominale stroom in koelmodus heeft betrekking op de volgende omstandigheden: verdamper 12°C/7°C; condensor 30°C/35°C | |||||
| (5) - Maximum stroomverbruik gebaseerd op max opgenomen stroom van compressor in zijn omhulsel | (5) - Maximum stroomverbruik gebaseerd op max opgenomen stroom van compressor in zijn omhulsel | (5) - Maximum stroomverbruik gebaseerd op max opgenomen stroom van compressor in zijn omhulsel | (5) - Maximum stroomverbruik gebaseerd op max opgenomen stroom van compressor in zijn omhulsel | (5) - Maximum stroomverbruik gebaseerd op max opgenomen stroom van compressor in zijn omhulsel | (5) - Maximum stroomverbruik gebaseerd op max opgenomen stroom van compressor in zijn omhulsel | |||||
| (6) - Max. unitstroom voor de maat van de bedradingen is gebaseerd op min. toegelaten spanning. | (6) - Max. unitstroom voor de maat van de bedradingen is gebaseerd op min. toegelaten spanning. | (6) - Max. unitstroom voor de maat van de bedradingen is gebaseerd op min. toegelaten spanning. | (6) - Max. unitstroom voor de maat van de bedradingen is gebaseerd op min. toegelaten spanning. | (6) - Max. unitstroom voor de maat van de bedradingen is gebaseerd op min. toegelaten spanning. | (6) - Max. unitstroom voor de maat van de bedradingen is gebaseerd op min. toegelaten spanning. | |||||
| (7) - Max. stroom voor de maat van de bedradingen: compressor-vollast ampère x 1,1 | (7) - Max. stroom voor de maat van de bedradingen: compressor-vollast ampère x 1,1 | (7) - Max. stroom voor de maat van de bedradingen: compressor-vollast ampère x 1,1 | (7) - Max. stroom voor de maat van de bedradingen: compressor-vollast ampère x 1,1 | (7) - Max. stroom voor de maat van de bedradingen: compressor-vollast ampère x 1,1 | (7) - Max. stroom voor de maat van de bedradingen: compressor-vollast ampère x 1,1 | |||||
| (8) - Alle gegevens verwijzen naar een standaard unit zonder opties. | (8) - Alle gegevens verwijzen naar een standaard unit zonder opties. | (8) - Alle gegevens verwijzen naar een standaard unit zonder opties. | (8) - Alle gegevens verwijzen naar een standaard unit zonder opties. | (8) - Alle gegevens verwijzen naar een standaard unit zonder opties. | (8) - Alle gegevens verwijzen naar een standaard unit zonder opties. | |||||
| (9) - Alle gegevens zijn vatbaar voor wijziging zonder voorafgaande kennisgeving. Raadpleeg de gegevens op de kenplaat van de unit. | (9) - Alle gegevens zijn vatbaar voor wijziging zonder voorafgaande kennisgeving. Raadpleeg de gegevens op de kenplaat van de unit. | (9) - Alle gegevens zijn vatbaar voor wijziging zonder voorafgaande kennisgeving. Raadpleeg de gegevens op de kenplaat van de unit. | (9) - Alle gegevens zijn vatbaar voor wijziging zonder voorafgaande kennisgeving. Raadpleeg de gegevens op de kenplaat van de unit. | (9) - Alle gegevens zijn vatbaar voor wijziging zonder voorafgaande kennisgeving. Raadpleeg de gegevens op de kenplaat van de unit. | (9) - Alle gegevens zijn vatbaar voor wijziging zonder voorafgaande kennisgeving. Raadpleeg de gegevens op de kenplaat van de unit. | |||||
| (10) - Meer details over het bedrijfsbereik vindt u in de Chiller Selection Software (CSS). | (10) - Meer details over het bedrijfsbereik vindt u in de Chiller Selection Software (CSS). | (10) - Meer details over het bedrijfsbereik vindt u in de Chiller Selection Software (CSS). | (10) - Meer details over het bedrijfsbereik vindt u in de Chiller Selection Software (CSS). | (10) - Meer details over het bedrijfsbereik vindt u in de Chiller Selection Software (CSS). | (10) - Meer details over het bedrijfsbereik vindt u in de Chiller Selection Software (CSS). | |||||
| (11) - Toestel bevat gefluoreerde broeikasgassen. Het werkelijke volume van het koelmiddel hangt af van de definitieve constructie van de unit, de betreffende gegevens zijn te vinden op de etiketten van de unit. | (11) - Toestel bevat gefluoreerde broeikasgassen. Het werkelijke volume van het koelmiddel hangt af van de definitieve constructie van de unit, de betreffende gegevens zijn te vinden op de etiketten van de unit. | (11) - Toestel bevat gefluoreerde broeikasgassen. Het werkelijke volume van het koelmiddel hangt af van de definitieve constructie van de unit, de betreffende gegevens zijn te vinden op de etiketten van de unit. | (11) - Toestel bevat gefluoreerde broeikasgassen. Het werkelijke volume van het koelmiddel hangt af van de definitieve constructie van de unit, de betreffende gegevens zijn te vinden op de etiketten van de unit. | (11) - Toestel bevat gefluoreerde broeikasgassen. Het werkelijke volume van het koelmiddel hangt af van de definitieve constructie van de unit, de betreffende gegevens zijn te vinden op de etiketten van de unit. | (11) - Toestel bevat gefluoreerde broeikasgassen. Het werkelijke volume van het koelmiddel hangt af van de definitieve constructie van de unit, de betreffende gegevens zijn te vinden op de etiketten van de unit. | |||||
| (12) - In geval van units met inverter geen aanloopstroom bij het opstarten. | (12) - In geval van units met inverter geen aanloopstroom bij het opstarten. | (12) - In geval van units met inverter geen aanloopstroom bij het opstarten. | (12) - In geval van units met inverter geen aanloopstroom bij het opstarten. | (12) - In geval van units met inverter geen aanloopstroom bij het opstarten. | (12) - In geval van units met inverter geen aanloopstroom bij het opstarten. | |||||