Tabel met technische gegevens voor SEHVX-BAW / SERHQ-BAW1

SEHVX20BAW / SERHQ020BAW1 SEHVX32BAW / SERHQ032BAW1 SEHVX40BAW / SERHQ020BAW1 + SERHQ020BAW1 SEHVX64BAW / SERHQ032BAW1 + SERHQ032BAW1
Koelmiddelvolume Per circuit kg 7.60 9.60 7.60 9.60
  Refrigerant charge-=-Per circuit-=-TCO2Eq TCO2Eq 15.9 20.0 15.9 20.0
Compressor Type   Hermetisch gesloten scrollcompressor Hermetisch gesloten scrollcompressor Hermetisch gesloten scrollcompressor Hermetisch gesloten scrollcompressor
  Hoeveelheid_   2 3 4 6
Luchtwarmtewisselaar Type   Air cooled coil Air cooled coil Air cooled coil Air cooled coil
EER 2.84 2.50 2.80 2.48
ESEER 4.70 4.10 4.40 4.05
Koelmiddel GWP   2,087.5 2,087.5 2,087.5 2,087.5
  Type   R-410A R-410A R-410A R-410A
  Circuits Hoeveelheid   1 1 2 2
  Regeling   Elektronische expansieklep Elektronische expansieklep Elektronische expansieklep Elektronische expansieklep
Koelcapaciteit Nom. kW 21.2 (1) 31.8 (1) 42.3 (1) 63.3 (1)
Waterwarmtewisselaar Watervolume l 3 5 6 9
  Type   Hardgesoldeerde plaat Hardgesoldeerde plaat Hardgesoldeerde plaat Hardgesoldeerde plaat
  Waterdebiet Min. l/min 23 36 46 72
Opgenomen vermogen Koelen Nom. kW 7.47 (1) 12.7 (1) 15.1 (1) 25.5 (1)
  Verwarmen Nom. kW 6.76 (2) 10.6 (2) 13.7 (2) 21.4 (2)
Sound power level Koelen Nom. dBA 78 80 81 83
COP 3.07 2.93 3.03 2.93
Capaciteitsregeling Minimum koelcapaciteit % 25 25 25 25
  Methode   Invertergestuurd Invertergestuurd Invertergestuurd Invertergestuurd
Ventilator Externe statische druk Max. Pa 78 78 78 78
Verwarmingscapaciteit Nom. kW 20.8 (2) 31.2 (2) 41.7 (2) 62.7 (2)
Watercircuit Aflaatklep / vulklep   Ja Ja Ja Ja
  Ontluchtingsklep   Ja Ja Ja Ja
  Afsluiter   Ja Ja Ja Ja
  Veiligheidsklep bar 3 3 3 3
Power supply Fase   3N~ 3N~ 3N~ 3N~
  Frequentie Hz 50 50 50 50
  Naam   W1 W1 W1 W1
  Spanning V 400 400 400 400
Opmerkingen (1) - Koelen: ingaand water van de verdamper 12°C, uitgaand water van de verdamper 7°C; omgevingstemperatuur 35℃ (1) - Koelen: ingaand water van de verdamper 12°C, uitgaand water van de verdamper 7°C; omgevingstemperatuur 35℃ (1) - Koelen: ingaand water van de verdamper 12°C, uitgaand water van de verdamper 7°C; omgevingstemperatuur 35℃ (1) - Koelen: ingaand water van de verdamper 12°C, uitgaand water van de verdamper 7°C; omgevingstemperatuur 35℃
  (2) - Voorwaarde: Ta DB/WB 7 °C / 6 °C - LWC 45 °C (Dt=5 °C) (2) - Voorwaarde: Ta DB/WB 7 °C / 6 °C - LWC 45 °C (Dt=5 °C) (2) - Voorwaarde: Ta DB/WB 7 °C / 6 °C - LWC 45 °C (Dt=5 °C) (2) - Voorwaarde: Ta DB/WB 7 °C / 6 °C - LWC 45 °C (Dt=5 °C)
  (3) - Voorwaarde: Ta 35°C - LWE 7°C (DT = 5°C) (3) - Voorwaarde: Ta 35°C - LWE 7°C (DT = 5°C) (3) - Voorwaarde: Ta 35°C - LWE 7°C (DT = 5°C) (3) - Voorwaarde: Ta 35°C - LWE 7°C (DT = 5°C)
  (4) - Boven 5°C kan water worden gebruikt. Tussen 0°C en 5°C moet een oplossing met 30% glycol (propyleen of ethyleen) worden gebruikt. Tussen 0°C en -10°C moet een oplossing met 40% glycol (propyleen of ethyleen) worden gebruikt (zie installatiehandleiding en informatie over OPZL-optie) (4) - Boven 5°C kan water worden gebruikt. Tussen 0°C en 5°C moet een oplossing met 30% glycol (propyleen of ethyleen) worden gebruikt. Tussen 0°C en -10°C moet een oplossing met 40% glycol (propyleen of ethyleen) worden gebruikt (zie installatiehandleiding en informatie over OPZL-optie) (4) - Boven 5°C kan water worden gebruikt. Tussen 0°C en 5°C moet een oplossing met 30% glycol (propyleen of ethyleen) worden gebruikt. Tussen 0°C en -10°C moet een oplossing met 40% glycol (propyleen of ethyleen) worden gebruikt (zie installatiehandleiding en informatie over OPZL-optie) (4) - Boven 5°C kan water worden gebruikt. Tussen 0°C en 5°C moet een oplossing met 30% glycol (propyleen of ethyleen) worden gebruikt. Tussen 0°C en -10°C moet een oplossing met 40% glycol (propyleen of ethyleen) worden gebruikt (zie installatiehandleiding en informatie over OPZL-optie)
  (5) - Exclusief watervolume in de unit. Bij de meeste toepassingen voldoet dit minimale watervolume. Voor kritische processen of ruimten met een hoge warmtebelasting kan echter een groter watervolume nodig zijn. Raadpleeg het werkbereik voor meer informatie. (5) - Exclusief watervolume in de unit. Bij de meeste toepassingen voldoet dit minimale watervolume. Voor kritische processen of ruimten met een hoge warmtebelasting kan echter een groter watervolume nodig zijn. Raadpleeg het werkbereik voor meer informatie. (5) - Exclusief watervolume in de unit. Bij de meeste toepassingen voldoet dit minimale watervolume. Voor kritische processen of ruimten met een hoge warmtebelasting kan echter een groter watervolume nodig zijn. Raadpleeg het werkbereik voor meer informatie. (5) - Exclusief watervolume in de unit. Bij de meeste toepassingen voldoet dit minimale watervolume. Voor kritische processen of ruimten met een hoge warmtebelasting kan echter een groter watervolume nodig zijn. Raadpleeg het werkbereik voor meer informatie.
  (6) - Exclusief het watervolume in de unit. Dit voulme garandeert dat er voldoende energie is voor het ontdooien van alle applicaties. Het volume moet echter worden vermenigvuldigd met 0,66 als de ingestelde temperatuur van de verwarming ≥ 45°C is (bv. bij ventilatorconvectors). (6) - Exclusief het watervolume in de unit. Dit voulme garandeert dat er voldoende energie is voor het ontdooien van alle applicaties. Het volume moet echter worden vermenigvuldigd met 0,66 als de ingestelde temperatuur van de verwarming ≥ 45°C is (bv. bij ventilatorconvectors). (6) - Exclusief het watervolume in de unit. Dit voulme garandeert dat er voldoende energie is voor het ontdooien van alle applicaties. Het volume moet echter worden vermenigvuldigd met 0,66 als de ingestelde temperatuur van de verwarming ≥ 45°C is (bv. bij ventilatorconvectors). (6) - Exclusief het watervolume in de unit. Dit voulme garandeert dat er voldoende energie is voor het ontdooien van alle applicaties. Het volume moet echter worden vermenigvuldigd met 0,66 als de ingestelde temperatuur van de verwarming ≥ 45°C is (bv. bij ventilatorconvectors).
  (7) - Dit is de drukval tussen de inlaat- en uitlaataansluitingen van de unit. Dit omvat de drukval van de warmtewisselaar aan de waterzijde. (7) - Dit is de drukval tussen de inlaat- en uitlaataansluitingen van de unit. Dit omvat de drukval van de warmtewisselaar aan de waterzijde. (7) - Dit is de drukval tussen de inlaat- en uitlaataansluitingen van de unit. Dit omvat de drukval van de warmtewisselaar aan de waterzijde. (7) - Dit is de drukval tussen de inlaat- en uitlaataansluitingen van de unit. Dit omvat de drukval van de warmtewisselaar aan de waterzijde.
  (8) - Inclusief leidingen + PHE; exclusief expansievat (8) - Inclusief leidingen + PHE; exclusief expansievat (8) - Inclusief leidingen + PHE; exclusief expansievat (8) - Inclusief leidingen + PHE; exclusief expansievat