Koude tocht wordt soms geassocieerd met airconditioning en dat kan inderdaad het geval zijn bij slecht ontworpen en/of geplaatste systemen. Daarom is het belangrijk om in de ontwerpfase rekening te houden met de mogelijke gevolgen voor personeel van de plaats waar de binnenunit staat en het luchtverdelingspatroon.
De hoogte van het plafond is ook belangrijk. Aircoproducenten gaan er gewoonlijk van uit dat de optimale plafondhoogte voor een systeem met directe koeling tussen 2,7 en 3,5 meter ligt. Koude lucht die met ongeveer 16°C vanaf deze hoogte komt, kan zich met de warmere lucht in de ruimte vermengen voordat deze het personeel bereikt en zo wordt tocht voorkomen.
Maar ook als deze algemene norm niet haalbaar is, kan een kwaliteitsvol airconditioningsysteem altijd nog "afgesteld" worden om het te compenseren.
Het is duidelijk dat de plaats van de unit en de hoogte en vorm van het plafond een grote invloed hebben op het al dan niet hebben van tocht. Om dat uit te leggen, moet u eerst iets meer weten over de eigenschappen van koude lucht. Koude lucht heeft de neiging om aan het plafond te blijven 'plakken' voordat die naar beneden komt. Dit staat bekend als het "coandă-effect" en het helpt om de koude lucht en de omgevingslucht met elkaar te vermengen voordat het in de ruimte naar beneden komt.
Jammer genoeg hebben barrières zoals een balk op het plafond hierop een negatief effect omdat ze de luchtstroom onderbreken. In dergelijke gevallen zakt de lucht die op de balk botst onmiddellijk naar beneden, wat voor ongemak zorgt voor de persoon die er direct onder zit.
Twee units die recht tegenover elkaar staan, zorgen op dezelfde manier voor een botsing van koude lucht.

