Warmte stroomt altijd van een warmere stof naar een koudere. Eigenlijk geven de sneller bewegende moleculen een deel van hun energie door aan de tragere. Zo vertragen de snellere molecules en versnellen de tragere. Eenvoudig uitgedrukt wil dat dus zeggen dat, wanneer het buiten warm is, de warmte probeert om de koudere binnenruimtes 'binnen te dringen'.
Warmte kan op de volgende manieren van een lichaam naar een ander overgedragen worden:
- straling
- conductie
- convectie
Straling
Door een golf in beweging (vergelijkbaar met lichtgolven) waarin energie van een lichaam naar een ander wordt overgedragen zonder dat er tussenliggende materie nodig is.
Conductie
Door de warmtestroom tussen delen van een stof of van een stof naar een andere in direct contact.
Convectie
Door overdracht via een vloeistof of via de lucht.