5 tips om je thermostaat juist in te stellen

Heb je een energie-efficiënte verwarmingsinstallatie laten plaatsen? Zorg er dan zeker voor dat je thermostaat ook juist ingesteld is voor een optimaal rendement. Door je thermostaat juist af te stellen, kun je namelijk heel wat energie besparen. Dat is niet alleen goed voor het milieu, maar ook voor je portefeuille. Win-win dus! Je thermostaat optimaal instellen is alleen niet zo vanzelfsprekend. Het kan dus zeker geen kwaad om voor de zekerheid hulp te vragen aan de installateur van je verwarmingsketel, maar met de tips uit dit artikel kom je ook al een heel eind.

1. De ideale temperatuur

Je hebt het waarschijnlijk al eens meegemaakt: jij vindt het ergens te fris, terwijl de mensen rondom jou het perfect naar hun zin lijken te hebben. De ideale temperatuur is dan ook afhankelijk van persoon tot persoon en de ene zal het al snel te warm hebben, terwijl anderen het sneller koud krijgen. Toch bestaan er een aantal richtlijnen over wat de ideale kamertemperatuur is. Daarbij ligt de perfecte temperatuur voor je leefruimtes (de woon- en eetkamer) rond de 20 °C. In de keuken mag het iets frisser zijn met 18 °C, net zoals in de slaapkamers met 16 °C. In de badkamer daarentegen mag het dan weer iets warmer zijn met een temperatuur van een graad of 23.

2. Planning is key bij het instellen van je thermostaat

Eigenlijk moet je je thermostaat instellen volgens het ritme van je leven. Zo hoeft je verwarming niet op volle kracht te draaien als je niet thuis bent, maar is het wel aangenaam om thuis te komen in een huis dat niet ijskoud aanvoelt. Daarom vergt het instellen van je thermostaat een beetje planning. Stel je thermostaat zo in dat je verwarming naar 20 °C stijgt een halfuurtje voor je thuiskomt, zodat je huis lekker is opgewarmd tegen dat je in de zetel ploft. 

Verder mag je verwarming ‘s nachts ook een paar graden lager, rond de 16 °C. Zet je verwarming dus een halfuurtje voor je gaat slapen een paar graden lager en pas de instellingen van je thermostaat zo aan dat je verwarming een halfuur voor je opstaat weer naar 20 °C stijgt. 

3. Zet je thermostaat nooit uit!

Denk je dat je verwarming volledig uitzetten de ideale manier is om te besparen? Dat klopt niet! Door je verwarming volledig uit te zetten, verlaag je de temperatuur in huis namelijk te veel, waardoor je verwarming extra veel energie moet verbruiken om het binnenklimaat weer optimaal te krijgen. Over het algemeen bewaar je dus het best een constante temperatuur van rond de 16 °C. Ben je een paar dagen of langer weg van huis? Dan mag de verwarming nog iets lager, maar zet hem zeker in de winter nooit volledig uit om te voorkomen dat je leidingen bevriezen.

4. Volg de seizoenen

EJe vraagt je nu waarschijnlijk af of je verwarming in de zomer dan ook aan moet blijven. Natuurlijk moet je je huis niet bijverwarmen als het buiten al snikheet is. In de zomer mag je verwarming dus uit, maar meestal beschikken thermostaten wel over een zomer- en een winterstand. In de zomer schakel je dan – uiteraard – de zomerstand in. Op die manier springt je verwarming niet aan als het ‘s avonds afkoelt.

5. Eén graadje minder, een wereld van verschil

Een laatste tip voor het instellen van je thermostaat? Zet je thermostaat standaard één graad lager. Met deze eenvoudige ingreep kun je tot 7% besparen. Mooi meegenomen voor de natuur, maar ook voor je budget zonder dat je verliest aan warmtecomfort.